Traditiegetrouw doet de Rotterdamse Flora Werkgroep mee met de door FLORON georganiseerde landelijke Eindejaarsplantenjacht. Het gaat hierbij om het noteren van bloeiende wilde en verwilderde planten gedurende een één uur durende wandeling in de periode 25 december tot 4 januari.
Normaal verzamelden we op één punt en gingen in groepjes van vier-vijf op pad. Na afloop vergeleken we de lijstjes en dronken we samen wat. Maar dit keer moest het vanwege de coronarichtlijnen noodgedwongen anders: alleen of hoogstens met z’n tweeën op pad. Om toch het saamhorigheidsgevoel te bewaren riepen we wel alle groepsleden op om mee te doen en hebben we de lokale lijsten verzameld.
De resultaten
Er werden door onze groepsleden en andere Rotterdammers samen 22 plantenjachten ingevoerd waarbij we samen 140 soorten noteerden. Twee wandelingen met slechts 1-2 soorten hebben we niet meegeteld omdat we niet wisten of dat wel echte lijsten waren. Hieronder de top 13.
Soortnaam | Aantal x in/bij rotterdam | Rang in/bij rotterdam | rang landelijk |
---|---|---|---|
Klein kruiskruid | 22 (van de 22) | 1 | 3 |
Madeliefje | 20 | 2 | 1 |
Straatgras | 19 | 3 | 2 |
Canadese fijnstraal | 17 | 4 | 13 |
Gewone melkdistel | 16 | 5 | 9 |
Grote brandnetel | 15 | 6a | 20 |
Herderstasje | 15 | 6b | 5 |
Paarse dovenetel | 15 | 6c | 6 |
Paardenbloem | 14 | 9 | 7 |
Tuinwolfsmelk | 12 | 10 | 12 |
Vogelmuur | 12 | 11a | 4 |
Duizendblad | 11 | 11b | 8 |
Witte dovenetel | 10 | 13 | 10 |
De talrijkste soorten: Klein kruiskruid, Madeliefje en Straatgras kunnen het hele jaar door bloeiend worden waargenomen. Alleen in koude winters met vorstdagen laten ook zij het afweten. Deze staan dan ook ieder jaar hoog in de ranglijst. Opvallend is dat Grote brandnetel en Canadese fijnstraal in de Rotterdamse regio een aanmerkelijk hogere plaats in nemen (plek 4 tov 13 en 6 tov 20) dan landelijk. Vogelmuur daarentegen was veel minder vertegenwoordigd dan landelijk (11 tov 4).

1 Klein glaskruid, Herik, Kruipklokje, Zwarte nachtschade, Kaal knopkruid, Akkerdistel, Gehoornde klaverzuring,
2 Boerenwormkruid, Rode klaver, Avondkoekoeksbloem, Muurleeuwenbek, Watermuur, Paarse dovenetel, Klein kruiskruid,
3 Ronde ooievaarsbek, Akkerviooltje, Komkommerkruid, Madeliefje, Grote brandnetel. Stinkende gouwe, Grote ereprijs.
Echte voorjaarsbloeiers waren er niet veel. Dat is ook wel logisch want kort voor kerst was het weliswaar mild met slechts een incidentele plaatselijke nachtvorst maar ook niet bijzonder zacht. Van de karakteristieke voorjaarsbloeiers was Kleine veldkers met 7 vondsten de talrijkste. Andere voorjaarsbloeiers waren Grote maagdenpalm (1), Maarts viooltje (1), Gewoon speenkruid (2), Vroegeling (1), Zandraket (1). Van de winterbloeiende bomen werden Hazelaar (1x) en Zwarte els (2x) bloeiend gespot.
Hoeveel bloeiende soorten we vonden?
Het gemiddeld aantal soorten bij de RFWG was bijna 24. Dat gemiddelde is een beetje opgekrikt door de langste lijst met wel 77 soorten, die werd ingevoerd door Karel Gort. Hij verkende Hoek van Holland en had zijn plantenjacht terdege voorbereid met een uitgekiende route langs zo veel mogelijk verschillende biotopen, waaronder betrekkelijke bloemrijke, recent aangelegde bermen en plaatsen met tuinafval. Mogelijk speelt het feit dat een droge zandige bodem eerder opwarmt dan een vochtige kleibodem of natte veengrond ook een rol.
Wie deden mee in Rotterdam (en omgeving)
Lijsten werden ingevoerd door: Celeste, Peter van Dalen, Esmeralda, Ernst Eijkelenboom, Karel Gort, Dick Hoek, Josien Hofs, Arend Knibbe, Mara, Marjolein Moejes, Priscelline van de Pas, Astrid Priester, Willemien Troelstra. Er zijn meer mensen op pad geweest want in ieder geval waren de volgende mensen medewaarnemer bij een van de plantenjachten: Josée van Oers, Ine Troelstra en Jacqueline Veltman.
tekst: Dick Hoek en Willemien Troelstra
foto’s: Dick Hoek, Josée van Oers, Priscelline van der Pas en Willemien Troelstra.
Stoute schoenen in Vlaardingen
Aanvullend verslag van Priscelline van der Pas, lid van de Rotterdamse Florawerkgroep, over een plantenjacht in Vlaardingen:
We verzamelden om twee uur aan de Broekpolderweg in de buurt van de Manege Die Flardingha Ruiters in Vlaardingen. We waren met zijn vieren, te weten Jos, Suzan, Ria en ik. Langs de Watersportweg had ik al geel bloeiend spul gezien. Dat bleek Bolletjesraket, Boerenwormkruid en Raapzaad te zijn. Tot mijn verbazing bleek bij het invoeren, dat er ook een Overblijvende bolletjesraket bestond, maar die kon ik niet terug vinden in de Flora.
Geel bloeiende Mahonie. Tja, wat doe je daarmee. Ook wel duidelijk aangeplant. Toen bekroop mij een eigenaardige drang tot overtreding en ook bij de anderen kwam die aan het licht. Want niemand had er moeite mee om ook de Grote maagdenpalm met een duidelijke bloem maar op te nemen. Bij het invoeren trok ik toch na enige twijfel de stoute schoenen aan. Nog nooit in mijn leven beging ik een overtreding en nu kreeg ik de kans. Vergeef me. Na de miezerige Hoge fijnstraal, gingen we langs een slootje, iets geels. Dat bleek tot onze verrassing Gewoon speenkruid te zijn. Gewone berenklauw,ook hier weer aanwezig. Gericht zochten we naar het vrouwelijke bloempje van Hazelaar en Ria vond er een.
Toen riep Jos enthousiast; “Fladder, fladder, fladder en zweven, een Sperwer” en Suzan vulde aan “en uitgespreide staartveren”. Bofte ik even, dat er vogelaars bij waren. We besloten het moerassige stuk van de Broekpolder in te gaan, daar bij de Vogelhut. Er was weinig bloeiends te vinden. Wel een Reukeloze kamille, een Scherpe boterbloem en op het laatst een Grote ereprijs.
De Schotse Hooglanders liepen vredig te grazen, en gelukkig deden de wandelaars met de honden toen de honden aan de riem, een beetje laat eigenlijk. Het was redelijk druk met wandelaars en ook ruiters. De runderen keken de paarden na. Nu was het uur om, maar uitgewandeld waren we nog niet. We overwogen een tweede jacht in te zetten, maar dat plan lieten we varen, toen we nagenoeg geen bloeiende planten zagen. Wel veel mooie paddenstoelen, mossen en korstmossen. En zo genoten we nog een uur.
